Verbeteren van het opsporen van nierkanker
Luna van den Brink – arts-onderzoeker
In april 2022 ben ik begonnen met mijn promotieonderzoek op het gebied van nierkanker binnen het Amsterdam UMC. Jaarlijks krijgen 2700 mensen de diagnose nierkanker, waarvan de helft na 10 jaar komt te overlijden. Een niertumor wordt vaak per toeval gevonden bij het maken van een scan, omdat de patiënt de tumor meestal niet voelt, geen pijn ervaart en er niet altijd sprake is van bloed bij de urine. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar biomarkers in de urine die iets kunnen zeggen over de aanwezigheid van nierkanker. Deze biomarkers, oftewel eiwitblaasjes, worden uitgescheiden door nierkankercellen. De blaasjes bevatten eiwitten die immuuncellen kunnen inactiveren. Immuuntherapie is vaak de aangewezen behandeling bij gevorderde nierkanker, echter is het maar bij de helft van de gevallen effectief. We denken dat de eiwitblaasjes mogelijk en rol spelen in de werking van de immuuntherapie. Het opsporen en analyseren van deze eiwitblaasjes kan daarom in de toekomst bijdragen aan verbeterde opsporing en behandeling van nierkanker.
Daarnaast is er meer onderzoek nodig naar de follow-up van nierkanker. Ongeveer 20-40% van de patiënten krijgt een recidief, waarvan de meeste patiënten binnen 5 jaar. Ook zijn er gevallen waarbij patiënten pas 30 jaar na behandeling een recidief krijgen. Nierkanker patiënten moeten daarom met enige regelmaat gecontroleerd worden in de jaren na de behandeling, meestal middels een CT-scan. Het is daarom van belang om een follow-up schema te hebben, passend bij de patiënt en de eigenschappen van de nierkanker, om de patiënt zo min mogelijk te belasten met het maken van CT-scans.