Skip to main content

Het verbeteren van het voorspellen van de prognose en behandelmogelijkheden voor patiënten met prostaatkanker met behulp van de PSMA PET/CT

Rosemarijn Ettema

Binnen mijn promotietraject in het Amsterdam UMC onderzoek ik verschillende onderdelen van de diagnostiek naar en behandeling van prostaatkanker. Prostaatkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker bij mannen. De PSMA PET/CT scan wordt sinds 2016 gebruikt bij patiënten met prostaatkanker om uitzaaiingen in een vroeger stadium te kunnen opsporen. Bij deze scan wordt een kleine hoeveelheid radioactieve stof toegediend die bindt aan het PSMA, een eiwit op prostaatkankercellen. Doordat deze radioactieve stof oplicht op de scan kunnen we prostaatkanker beter visualiseren. Dat is in eerdere studies vooral onderzocht voor uitzaaiingen van prostaatkanker. Hierdoor is het steeds beter mogelijk om een patiëntgerichte behandeling aan te bieden.

 

De aanvullende waarde van deze PSMA PET/CT voor de beoordeling van de tumor in de prostaat (welk ‘lokaal tumorstadium’ is er, oftewel hoe groot is de tumor in de prostaat en groeit deze binnen of buiten het kapsel) is nog niet uitgebreid onderzocht. Door de steun van Stichting Cure for Cancer kunnen we een database opzetten waarbij we de uitkomsten van de scan kunnen vergelijken met de uitkomsten na een prostaatoperatie. Zo willen we onderzoeken of de PSMA PET/CT scan een aanvullende waarde kan hebben in het voorspellen van groei van prostaatkanker buiten het kapsel van de prostaat. Dat is belangrijk voor de prognose van de patiënt maar ook voor de keuze van behandeling, bijvoorbeeld de keuze tussen bestraling en operatieve ingreep. Deze voorspelling kan ook helpen bij de planning van de operatie. Het is bijvoorbeeld van belang om de mogelijkheid tot zenuwsparing te kunnen voorspellen, waarbij de zenuwen worden vermeden en er zo minder kans is op impotentie na de operatie. Door het blijven verbeteren van deze voorspellingen weten we steeds beter wat een individuele patiënt kan verwachten van het beloop na de behandelingen, bijvoorbeeld de kans op terugkeer van ziekte maar ook de kans op complicaties van de ingrepen. Daarnaast kunnen we steeds beter patiëntgerichte behandeling aanbieden waarbij we de kans op bijwerkingen van de behandeling zo klein mogelijk maken.